donderdag 24 mei 2012

Romantiek

1. Het optimistische geloof in een betere toekomst maakt plaats voor pessimisme. Hoe kwam dit? omdat redelijkheid en gezond verstand niet hadden gebracht wat men ervan verwachtte. 2. Mensen zochten troost in gevoel en verbeelding. Hoe deden kunstenaars dat? Ze vluchtte weg uit de echte wereld en schiepen andere werelden waarin ze zich meer op hun plaats voelde. 3. Wat vonden romantici belangrijke voorwaarden voor kunst? originaliteit 4. Welke kunststroom kun je lyrisch noemen en welke didactisch en waarom? De romantische kunst is lyrisch en de verlichting didactisch 5. Het schrijven kon je volgens romantici niet leren, het was een gave. Wat hield die gave dan in? Waar moest je toe instaat zijn? Alleen die wie diep voelde en een grote verbeelding kracht had kon schrijver zijn. Die waren in staat de gewone mensen een blik te geven op de onzichtbare wereld 6. Soms voelde een schrijver zich een profeet? Wat wordt hiermee bedoeld? Dat hij meer zag dan de gewone stervelingen. 7. Wat betekent ego-cultus? Een grote zelfbewustzijn die het verheerlijken van het ik veroorzaakt 8. Noem 5 opvallende aspecten van de romantische literatuur. Schoonheid van de natuur Belangstelling van het verleden Nationalischtische gevoelens De hang naar het griezelige Humor 9. Natuurlyriek werd vooral veel geschreven in Engeland. Wie zijn de belangrijkste schrijvers hiervan en hoe heette hun bekendste werk. William Wordsworth en Samuel Coleridge > lyrical ballads 10. Ze schreven het in gewone spreektaal. Wat is hier bijzonder aan? Normaal zou het geschreven zijn in verheven taal voor de intellectuelen 11. Van wie is de uitspraak ‘A thing of beauty is a joy for ever.’? John keats 12. Shelley wordt gezien als de grootste romanticus. Wat zijn zijn belangrijkste gedichten? Queen Mab (1813) Alastor, or the spirit of solitude (1816) Laon and Cythna (1817) Ozymandias (1818) 13. Hoe kwam het dat de historische roman in trek kwam? Door de grote aandacht voor het verleden ontstond in Engeland de historische roman. 14. Wie is de grondlegger en wat is zijn belangrijkste werk? Sir walter scott 15. Over welke tijd schreef men in Nederland vooral en waarom? De middeleeuwen en de 17e eeuw. 16. Men probeerde met deze romans een fraai evenwicht te bereiken tussen feit en fictie. Wat wordt hiermee bedoeld? Dat ze realistisch bleven denken maar ook wilde dromen. 17. Ook was er veel belangstelling voor volkskunst. Hoe kwam dat? Door de grote belangstelling in het verleden. 18. Wat voor bekend werk hebben de gebroeders Grimm geschreven? Kinder- und Hausmärchen 19. Wat is de vertaling van ‘gothic novel’? Wanneer speelden deze verhalen zich af en waar gingen ze over? Griezelverhalen, rond 1818 en ze gingen over verhalen in een enge omgeving. 20. Wie heeft de beroemdste gothic novel geschreven en wat is de titel? E.T.A Hoffmann 21. Wie heeft de beroemdste gothic novel geschreven en wat is de titel?` De beroemdste gothic novel werd geschreven door Mary Shelly die het verhaal van Frankenstein schreef. 22. Hoe heet het bekendste werk van Edgar Allan Poe? Waar gaat het over? Het bekendste werk van Edgar Allan Poe is The pit and the Pendulum. Het verhaal gaat over een gevangen die afschuwelijk werd gemarteld in de kerker. 23. Humor is belangrijk voor de romantici. Waarom? Omdat humor een manier om de werkelijkheid en soms jezelf te relativeren. 24. Welke bekende Engelsman maakte hiervan gebruikt? Charles Dickens schreef veel romans met humor. 25. Van romantiek was er in Nederland niet veel sprake. Wat verscheen er wel en was erg populair? Er verschenen wel veel historische romans. 26. Door welk tijdschrift werden E.J. Potgieter en Conrad Busken Huet bekend? E.J. Potgieter en Conrad Busken Huet werden bekend door het tijdschrift “De Gids” ook wel genoemd “De Blauwe Beul”. 27. Welke bekend werk schreef Hildebrand? Hildebrand schreef Camera Obscura. 28. Het bekendste werk van Multatuli is de Max Havelaar. Waar over ging deze roman? De Max Havelaar gaat over de aanklacht tegen de uitbuitingen van de inlanders en ook een aanklacht tegen hoe hij zelf werd behandeld. 29. Waarover schreef Piet Paaltjens? Piet paaltjens schreef vooral gedichten met humor maar die vaak wel terugsloegen op zijn eigen leven

woensdag 23 mei 2012

literatuur Verlichting

1. Hoe zag men de wereld in de eerste helft van de achttiende eeuw?Een netjes en geordend geheel dat door natuurwetten werd geregeld. 2. Wat wordt er bedoeld met de verlichting? Mensen kregen andere ideeën over god en het leven. 3. De bijbel was niet langer het ijkpunt. Het rationalisme deed zijn in trede? Wat is dat? Eerst zelf denken voordat je zomaar iets aanneemt. 4. Wat was de lijfspreek van de Franse filosoof Descartes? ‘Ik denk, dus ik besta.’ 5. De eerste encyclopedieen ontstonden. Hoe past dat in deze tijd? Mensen waren het eens met de ideeën en vonden dat het moest vast gelegd worden. 6. De schrijvers van de verlichting leken op schoolmeesters die wijze lessen gaven. Leg dit uit. Het was begrijpelijk geschreven. En de boeken gingen vooral over de burger, dus herkende ze zich zelf erin. 7. Wat zijn de spectatoriale tijdschriften? In de achttiende eeuw populair soort periodieken waarin de figuur van een 'spectator' (toeschouwer) wordt gebruikt om maatschappelijke, godsdienstige en letterkundige zaken te behandelen, hoofdzakelijk in essayvorm. 8. Waarom maakten de schrijvers gebruik van proza tijdens de verlichting? Proza was heel erg toegankelijk en begrijpelijk voor gewone burgers. Het werd dé literaire vorm voor de overgrote middenklasse. 9. Voor wie waren poezie en toneel vooral bestemd? Ze waren bedoeld voor volwassenen maar werden vooral populair onder de jeugd. 10. Waar waren de spectatoriale tijdschriften op gebaseerd? En wat kon je er vooral in lezen? Korte, toegankelijke vlot geschreven artikelen. 11. Er verschenen veel romans in de achttiende eeuw. De aanzet werd gegeven door Engelse schrijver Daniel Defoe. Wat schreef hij en waar ging dit over? Hij schreef een boek over een schipbreukeling die met heel weinig hulpmiddelen toch kon overleven, dat was een overwinning van verstand, vindingrijkheid en doorzettingsvermogen 12. Wat was het doel van de imaginaire reisverhaal? En wat is de naam van het bekendste werk en wie is de schrijver? Het was bedoeld voor volwassenen. Gulliver’s Trave;s van Jonathan Swift is de bekendste. 13. Waar is Reize door het apenland van J.A. Schasz een satire op? Op de politieke toestand van Nederland in die tijd. 14. Wat is typerend voor de briefroman? Het verhaal in een briefroman wordt verteld als personages die elkaar brieven schrijven, deze waren heel bekend voor vrouwen. 15. Wat was het thema van de poezie in die tijd? Lyrische poëzie. 16. Wat kun je lezen in de Proeve van kleine gedichen voor kinderen van Hieronymus van Alphen? Opvoedkundige idealen van verlichting in versjes die de meeste mensen toen uit hun hoofd leerde. 17. Wat is specifiek aan het Frans classicisme? Duidelijke, heldere en ordelijke kunst. 18. Waar moest een Franse classicistische tragedie aan voldoen? – het moest net als in de renaissance bestaan uit vijf bedrijven met de drie eenheden van tijd, plaats, en handeling . – De reien werden afgeschaft. Dit waren koorzangen tussen de bedrijven in. En er mochten geen monologen gehouden worden. – De held was net als in de renaissance een belangrijk figuur uit de klassieke, bijbelse of vaderlandse geschiedenis. Hij lied zich leiden door zijn verstand (rationalisme) 19. Wat houdt de zedenkomedie in? Een blijspel van de gewoonten en zeden van de gewone burger. 20. In de tweede helft van de achttiende eeuw kwam er een verschuiving. Wat werd belangrijker? Wat heeft de Franse schrijver Jean-Jacques Rousseau hier mee te maken? Hij vond dat de mens zich zo veel mogelijk moest ontwikkelen. En dat moesten ze doen met hun gevoel én verstand. 21. Wat houdt sentimentalisme in? Hierbij moesten hyperemotionele onderwerpen de gevoelige snaar bij de mensen raken. De titels van deze boeken spraken boekdelen: Young Night Thoughts on life, death and immortality. 22. Noem een belangrijke Nederlander en Duitser met hun werk en de inhoud. Een Nederlands voorbeeld: Rhijnvis Feith schreef Julia dit was een sentimentele briefroman over de liefde. Duits voorbeeld: Goethe en Schiller maakte Sturm und Drang, dat ging over de natuur, vrijheid, hartstocht en ze voelden zich genieën die eigen wetten opstelden. 23. Bekende Nederlandse mensen van de verlichting zijn: Peter Langendijk, Justus van Effen, Aagje Deken en Betje Wolff en Hieronymus van Alphen. Wat is hun belangrijkste werk? -Pieter Langendijk: Het wederzijds huwelijksbedrog. - Justus van Effen: The spectator ( de Hollandse spectator) - Aagje Deken: De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart - Hiëronymus van Alpen: Proeve van kleine gedichten voor kinderen.

woensdag 16 mei 2012

1. Welke periode was de renaissance in Nederland? Van 1500 tot ca. 1700 2. Waar en wanneer is de renaissance begonnen? In noord Italië tijdens de 14e eeuw. 3. De maatschappij was niet langer theocentrisch, maar antropocentrisch. Wat betekent dit? God was niet meer het belangrijkste in het leven. 4. Renaissance betekent in het Frans wedergeboorte. Wat wordt hiermee bedoeld? Men wilde de glorievolle tijden herontdekken 5. Wat hebben ontdekkingsreizen en wetenschappelijke nieuwsgierigheid met de renaissance te maken? Zo ondekte ze nieuwe dingen, en ontstonden nieuwe inzichten 6. De positie van de schrijver was in de middeleeuwen anders dan in de renaissance. Leg dit uit. Zijn naam stond trots op het titelblad. 7. Wat betekent ‘ poeta laureatus’? Gelauwerde dichter 8. Wat betekent classicisme? Het imiteren of navolgen van de grote schrijvers uit de klassieke oudheid 9. Welke Griek en Romein werden vooral door schrijvers bestudeerd?\ Aristoteles en Horatius 10. Welke twee genres namen de schrijvers over? Epos en tragedie 11. Op welke drie manieren deden ze dat? Translation, imitatiom , aemulatio 12. Voor welk publiek werd de tragedie vooral opgevoerd? Elitair publiek 13. In welke vorm deden ze dit? De tekst was in dichtvorm 14. Aan welke regels moest de tragedie voldoen? In dichtvorm geschreven worden. bestaan uit 5 bedrijven tussen de bedrijven moest een rei of koor zingen of spreken 3 eenheden moesten erin zitten De held is de belangrijkste 15. Noem enkele grote tragedieschrijvers. Shakespeare , Hooft en vondel, Corneille en Racine 16. Wat is het verschil tussen een komedie en een klucht? Een klucht was heel plat en bevat geen boodschap 17. Noem enkele bekende komedieschrijvers. Shakespeare, Bredero , Moliére 18. Wat is een epos? Verhalend gedicht van enige omvang en vrij verheven van toon waarin het leven wordt beschreven van een held 19. Homerus is de bekendste Griekse eposschrijver. Hij schreef Illias en Odyssee. Waarover gaan deze verhalen? Srijd om troje en de held is naast Ajax en Odesseus ook de Griek Achilles 20. Wat zijn de kenmerken van een sonnet? Het is een lied die de nadruk legt op schoonheid en de deugden van de vrouw. 21. Wat houdt de stroming ‘petrarkisme’ in? Het is een voortzetting van het hoofse minnelied uit de middeleeuwen 22. Wat is de overeenkomst tussen het hoofse minnelied en het petrarkisme? In deze stond allebei de vrouw centraal 23. Emblematiek is een ‘plaatje met een praatje’, wat wordt hier mee bedoeld? Het plaatje was voorzien van een wijze les in proza of dichtvorm 24. Wie waren belangrijke emblematakunstenaars in Nederland? Hooft en Cats 25. Waar was proza de taal van? Proza was de taal van de filosofie van de geschiedschrijving en van wetten en voorschriften 26. Bekende namen van de renaissance zijn: Cats, Hooft, Van den Vondel en Bredero. Waaruit bestond hun belangrijkste werk? Uit emblematiek, petrarkisme en komedie